Zowel het Commissariaat als de ACM houden met eigen instrumenten toezicht op het medialandschap. De marktontwikkelingen en de toegenomen mogelijkheden om nepnieuws te verspreiden vormden de aanleiding voor beide toezichthouders om een gezamenlijke verkenning naar nepnieuws uit te voeren.
Het Commissariaat en de ACM concluderen in hun rapport dat Nederland een sterk mediastelsel heeft, met een breed en pluriform aanbod dat goed wordt benut door de consument. ‘Nederland staat er internationaal vergeleken sterk voor. Nepnieuws krijgt daardoor weinig kans, of wordt snel opgemerkt,’ zo schrijven de toezichthouders. Wel is het volgens het Commissariaat en de ACM zaak alert te blijven.
Verdienmodellen voor kwaliteitsmedia
De toezichthouders doen suggesties om ervoor te zorgen dat nepnieuws ook in de toekomst weinig voet aan de grond krijgt in Nederland.
Ze wijzen erop dat een sterk en pluriform aanbod van kwaliteitsmedia van groot belang is om de impact van nepnieuws beperkt te houden. De toezichthouders benadrukken daarbij de noodzaak van innovatieve verdienmodellen voor de journalistiek.
Grote rol voor platforms
Het Commissariaat en de ACM wijzen online platforms aan als snelle en massale verspreiders van nepnieuws. Platforms moeten verantwoordelijkheid nemen door transparant te zijn over de wijze waarop zij het nieuws presenteren en hoe hun algoritmes prioriteren.
Op Europees niveau krijgt deze aanbeveling al invulling door de totstandkoming van een ‘code of practice’, waarin platforms als Google en Facebook zich committeren aan maatregelen om nepnieuws tegen te gaan.
Mediawijsheid bevorderen
Bereikt nepnieuws toch de burger, dan is het belangrijk dat de impact wordt geminimaliseerd. Mediawijsheid vervult daarin een sleutelrol. Mediawijze burgers zijn betere in staat te nepnieuws te herkennen en ongewenste beïnvloeding te voorkomen.
Beide toezichthouders zullen de ontwikkelingen blijven monitoren.