Het Europees Hof van Justitie gaf in 2014 mede vorm aan het ‘recht om vergeten te worden’. Uit het Google Spain-arrest volgde dat burgers zoekmachines kunnen verzoeken om links naar publicaties te verwijderen.
Momenteel lopen er twee andere zaken over het vergeetrecht bij het Europees Hof van Justitie.
Een van de zaken gaat over het verwijderen van bijzondere persoonsgegevens uit zoekresultaten.
Google-advocaat Kent Walker schrijft in een blogpost dat ‘er zomaar informatie van publiek belang kan worden gewist’ als zoekmachines gevoelige data, zoals politieke opvattingen en strafbladen, moeten verwijderen.
In de andere zaak verzoekt de Franse privacywaakhond CNIL dat Google zoekresultaten ook buiten Europa verbergt als burgers daarom vragen.
Volgens Walker zou dit in strijd zijn met de grondbeginselen van internationaal recht. ‘Geen enkel land mag zijn regels opleggen aan burgers van een ander land. Zeker niet als het gaat om links naar legale inhoud.’
Vergeetrecht geldt niet voor archieven nieuwsmedia
Het is belangrijk dat burgers controle kunnen uitoefenen over hun eigen persoonsgegevens, maar privacybescherming raakt ook aan de persvrijheid.
Om de journalistiek niet te belemmeren in haar taakuitoefening, hebben nieuwsmedia bepaalde vrijstellingen om persoonsgegevens te verwerken. Privacywetgeving heeft niet als doel om de journalistiek te beknotten.
Het vergeetrecht brengt niet met zich mee dat uitgevers op verzoek artikelen uit hun nieuwsarchieven dienen te schrappen of dat personen willekeurige berichtgeving kunnen laten verwijderen.
Zoekmachine-exploitanten zijn zelf verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens door hun zoekmachines op internet.
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hoeven berichten niet uit archieven van nieuwsmedia verwijderd te worden.
De archieffunctie van de pers neemt volgens het EHRM met zich mee dat het publiek moet kunnen reconstrueren welke publicaties in het verleden de openbare meningsvorming hebben beïnvloed.