De Franse privacywaakhond CNIL wil dat Google zoekresultaten ook buiten Europa verbergt als burgers hierom vragen.
Google verloor een eerste rechtszaak hierover. De internetgigant ging in beroep tegen die uitspraak.
Nu stelt de Franse Raad van State het Europees Hof van Justitie prejudiciële vragen over het vergeetrecht. Het Europees Hof van Justitie wordt verzocht om antwoord te geven op de vraag of het Europese ‘vergeetrecht’ ook buiten de Europese grenzen geldt.
Als het Europees Hof bepaalt dat zoekresultaten niet wereldwijd verwijderd hoeven te worden, wil de Franse rechter weten of dit op Europees of op nationaal niveau moet gebeuren.
Tenslotte wordt gevraagd of het vergeetrecht moet worden toegepast op basis van de gebruikte domeinnaam, zoals Google.nl of Google.fr, of op basis van ip-adressen.
Balans tussen recht op privacy en vrijheid van meningsuiting
Het Europees Hof van Justitie gaf in 2014 mede vorm aan het ‘recht om vergeten te worden’. Uit het Google Spain-arrest volgde dat burgers zoekmachines kunnen verzoeken om links naar publicaties te verwijderen.
Vorig jaar werd bekend dat Google zoekresultaten toont op basis van ip-adres.
Bij het toetsen van verzoeken om vergeten te worden, moet de zoekmachine-exploitant, een marktpartij, een balans vinden tussen het recht op privacy en het recht van vrijheid van meningsuiting. Deze rechten zijn in beginsel gelijk.
Canadese rechter: wereldwijd zoekresultaten verwijderen
Vorige maand stelde het Hooggerechtshof van Canada vast dat Google bepaalde zoekresultaten niet alleen in Canada moet verwijderen, maar overal ter wereld.
Dit is de eerste uitspraak waarin een rechter Google verplicht zoekresultaten wereldwijd te verwijderen.
Het Canadese Hooggerechtshof oordeelt dat de malafide praktijken van het bedrijf Datalink ‘online en dus mondiaal plaatsvinden’. Daarom moet Google wereldwijd resultaten wissen die gerelateerd zijn aan de diensten van het bedrijf.
Een belangrijk verschil tussen beide zaken is dat het de Canadese zaak gaat om zoekresultaten over een malafide bedrijf en in de Franse zaak om gevallen waarin het recht op privacy van burgers zwaarder weegt dan de vrijheid van meningsuiting.