Dat stelt Melchior Wathelet, advocaat-generaal bij het Europese Hof van Justitie, in zijn conclusie naar aanleiding van prejudiciële vragen over linken, die de Hoge Raad in april 2015 stelde in de zaak tussen GeenStijl en Sanoma.
De conclusie van de advocaat-generaal is niet bindend, maar vormt een belangrijk advies voor het oordeel van het Europese Hof van Justitie.
Linken belangrijk voor het vrije internet
Volgens advocaat-generaal Wathelet zou het inperken van de vrijheid om naar materiaal te linken de werking van het vrije internet ernstig hinderen.
‘Als gebruikers die naar vrij beschikbaar materiaal verwijzen zich zorgen moeten maken over mogelijk auteursrechteninbreuk, maakt dat ze veel terughoudender in het plaatsen van links, wat de correcte werking en architectuur van het internet ondergraaft,’ aldus Wathelet.
Conclusie gaat stap verder dan Svensson-arrest
De conclusie van Wathelet is een vervolg op het Svensson-arrest uit 2014, waarin het Europees Hof linken naar legaal geplaatste nieuwsberichten toestond.
Volgens het Europees Hof was er in deze zaak geen sprake van inbreuk op het auteursrecht van de uitgever, omdat het originele bericht al online stond en dus voor iedereen beschikbaar was.
Prejudiciële vragen over linken door de Hoge Raad
Geenstijl linkte in 2011 naar uitgelekte naaktfoto’s van Britt Dekker die in Playboy zouden verschijnen. Omdat deze foto’s zonder toestemming waren gepubliceerd, startte Sanoma Media, de toenmalige uitgever van Playboy, een rechtszaak tegen GS Media (GeenStijl).
In eerste aanleg oordeelde de rechtbank in Amsterdam dat het linken naar auteursrechtelijk beschermd materiaal wel als inbreuk kan worden gezien.
In hoger beroep werd deze uitspraak teruggedraaid. Het Hof Amsterdam oordeelde echter ook dat linken naar een onrechtmatig openbaar gemaakt werk, onrechtmatig is jegens de auteursrechthebbende.
Vervolgens ging de zaak naar de Hoge Raad, waar werd besloten om het Europees Hof prejudiciële vragen te stellen.
Het duurt nog zeker enkele maanden tot het Europees Hof met een definitief antwoord komt op de prejudiciële vragen. Daarna gaat de zaak weer terug naar de Hoge Raad.