Diverse deskundigen zijn van mening dat de wet Nederland niet veiliger maar juist onveiliger maakt, zo bleek donderdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Het Wetsvoorstel computercriminaliteit III geeft politie en justitie de mogelijkheid om verdachten te hacken.
Het wetsvoorstel biedt gebrekkige waarborgen voor de bescherming van journalisten en hun bronnen. Alleen als het hacken is gericht op het achterhalen van de bron biedt de wet bescherming, in andere gevallen niet.
De nieuwe bevoegdheden vormen een ernstig risico voor journalisten bij het uitvoeren van de waakhondfunctie.
Onvoldoende waarborgen
Nico van Eijk, hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dat het wetsvoorstel niet binnen de kaders van bestaande wetten en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens past.
Ook benadrukte Van Eijk dat het wetsvoorstel te weinig waarborgen bevat.
‘Het voorstel gaat veel te ver’
Volgens Jacob Kohnstamm van de Autoriteit Persoonsgegevens zal de bevoegdheid tot hacken door de politie een ‘ongekende inbreuk’ op de persoonlijke levenssfeer vormen.
Daarnaast leidt de wet volgens Kohnstamm tot chilling effects: burgers zullen informatie minder snel met elkaar delen.
Kohnstamm pleitte voor afzwakking van de hackbevoegdheid, onafhankelijk toezicht en zware toetsing op de inzet van de hackbevoegdheid, zowel vooraf als achteraf.
Politie benadrukt noodzaak bevoegdheden
De hackbevoegdheid is volgens het Openbaar Ministerie en de politie noodzakelijk.
Inge Philips, plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie, benadrukte dat de politie niet op grote schaal data wil verzamelen, maar alleen gegevens over strafbare feiten van verdachten. ‘De politie is geen inlichtingendienst en neust niet zomaar rond. De politie wil boeven vangen,’ aldus Philips.
Philips acht het ‘zeer onwaarschijnlijk’ dat de politie kijkt in een computer van een verkeerde persoon.
Volgens haar zal de bevoegdheid proportioneel en onder toezicht van het OM worden ingezet.