In antwoord op vragen van de mediawoordvoerders van VVD en D66 over de brief over journalistiek die staatssecretaris Sander Dekker (Media) in juni aan de Kamer stuurde, benadrukt Dekker het belang van een gelijk speelveld voor publieke en private media.
Tegelijkertijd vindt Dekker het garanderen van een betrouwbare en continue nieuwsvoorziening een belangrijke bestaansreden voor de publieke omroep. Volgens hem moet de publieke omroep aanwezig zijn waar het publiek is, dus ook op digitale platforms.
Dekker: ‘nieuwe dienstentoets belangrijk’
In reactie op vragen van D66 schrijft Dekker dat de NPO geen vrijbrief heeft om alles te ondernemen en te ontwikkelen. De publieke omroep moet zich bij elk programma en elke dienst afvragen of het past binnen de publieke mediaopdracht. De huidige publieke mediaopdracht is echter zo ruim geformuleerd dat nagenoeg alles erbinnen past.
Omdat de publieke omroep wordt gefinancierd met publieke middelen, benadrukt Dekker dat hij het belangrijk vindt dat de nieuwe dienstentoets wordt uitgevoerd voordat de publieke omroep een nieuw aanbodkanaal mag starten.
Dekker schrijft dat hij voor het debat over de wijziging van de Mediawet (8 oktober) zal reageren op een vergelijkend onderzoek naar verschillende nieuwe dienstentoetsen in Europa. Bij dit onderzoek betrekt hij tevens gesprekken die zijn gevoerd naar aanleiding van de brandbrief van 53 hoofdredacteuren en uitgevers.
Ook zal Dekker ingaan op de mogelijke rol van de ACM bij de nieuwe dienstentoets.
Toetsing ACM geschikt bij overnames
Naar aanleiding van een vraag van VVD schrijft Dekker dat het generieke toetsingskader van de ACM geschikt is voor afwegingen over mediaconcentraties. Dit bleek recent nog bij de overname van de Wegener-dagbladen door De Persgroep.
Dekker constateert dat de ACM de belangen van consumenten nadrukkelijk betrekt in zijn onderzoek.