Deskundigen willen aanscherpingen in de wetsvoorstellen bronbescherming

Tijdens een rondetafelbijeenkomst in de Tweede Kamer bleek dat deskundigen aanmerkingen hebben op de wetsvoorstellen die journalisten een wettelijk recht op bronbescherming beogen te geven.

Veel van de aanmerkingen zijn al genoemd in de brief die de Studiecommissie Journalistieke Bronbescherming van de Vereniging voor Media- en Communicatierecht (VMC) in oktober aan de betrokken Kamercommissies verstuurde.

Deze brief werd ondersteund door NDP Nieuwsmedia, de NVJ, het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren en het Persvrijheidsfonds.

Belang van wetgeving

Wettelijke verankering van het recht op bronbescherming is cruciaal is voor het goed functioneren van de pers en daarmee voor het goed functioneren van de democratie, stelden de NVJ en het Genootschap van Hoofdredacteuren.

Gert Haverkate van het Openbaar Ministerie stelt dat ook het OM gebaat is bij meer duidelijkheid. Volgens hem lost een wettelijke regeling veel problemen op.

Otto Volgenant, voorzitter van de Studiecommissie Journalistieke Bronbescherming, benadrukte dat het belangrijk is dat het wettelijk recht op bronbescherming in lijn is met de Europese jurisprudentie. Volgens hem is dit nu niet het geval.

Terminologie

Veel deskundigen lieten zich uit over de reikwijdte van de wetsvoorstellen. Het zou het beste zijn wanneer beide gelden voor ‘journalisten’. Omdat het lastig is om de ‘journalist’ te definiëren, kan er aansluiting worden gezocht bij ruime opvatting van de Council of Europe.
Daarnaast moet ook de term ‘bron’ breed worden bezien, stelde Thomas Bruning van de NVJ.

Overbodige wetgeving?

Kritiek op het wetsvoorstel was er van adjunct-hoofdredacteur Joost de Haas van De Telegraaf. Hij noemde het wetsvoorstel overbodig en niet noodzakelijk, mits de Nederlandse Staat zich zou houden aan de Europese jurisprudentie die sinds 1996 ontwikkeld is.

Ook Arendo Joustra van Elsevier stelde dat een wet niet nodig is omdat er duidelijke jurisprudentie van de Europese rechter in Straatsburg is.

Volgenant ziet wettelijke bronbescherming niet als overbodig. Volgens hem is het zelfs noodzakelijk omdat de Europese jurisprudentie vereist dat de rechter-commissaris toets. Dit kan niet zonder wettelijke grondslag.