Volgens de commerciële media handelt de minister bij de goedkeuring van nieuwe diensten van de publieke omroep in strijd met de Europese Omroepmededeling.
De commerciële media vinden dat de minister de Europese regels te beperkt uitlegt. Daardoor worden de belangen van de private sector onvoldoende meegewogen, met schadelijke effecten voor het medialandschap tot gevolg.
Uit de Europese Omroepmededeling en de beschikking van de Europese Commissie van 26 januari 2010 volgt dat de minister in een goedkeuringsprocedure voor nieuwe diensten van de publieke omroep de publieke meerwaarde van de diensten moet afwegen tegen de veroorzaakte marktverstoring.
Omdat de minister in de eerste goedkeuringsprocedure die daarop volgde, geen onderzoek liet verrichten naar de markteffecten, vinden de commerciële media dat de minister niet conform de Europese Omroepmededeling en voornoemde beschikking handelt.
Al in 2010 daagde NDP Nieuwsmedia samen met de brancheverenigingen van commerciële omroepen (VESTRA) en commerciële radio (VCR) de minister van OCW voor de rechter.
De Amsterdamse rechtbank oordeelde dat de minister heeft nagelaten de markteffecten van vier nieuwe diensten van de publieke omroep grondig te onderzoeken. De rechtbank vernietigde toen het ministeriële besluit tot goedkeuring van deze nieuwe diensten. Daarmee stelde de rechtbank de commerciële media in het gelijk.
In hoger beroep oordeelde de Raad van State vervolgens dat de minister met de in 2010 gevolgde goedkeuringsprocedure wel voldoet aan de afspraken die haar voorganger begin 2010 met de Europese Commissie heeft gemaakt.
Kort na de uitspraak van de Raad van State, afgelopen september, besloten de commerciële partijen een klacht voor te bereiden. Deze klacht is vandaag naar de Europese Commissie gestuurd.
In de ons omringende landen zijn nieuwe diensten van de publieke omroep, op basis van dezelfde Europese regels, aan een veel zwaardere goedkeuringsprocedure onderworpen.