Belangrijkste taak van PRN is het bevorderen en in stand houden van de (brongescheiden) inzameling en herverwerking van papier en karton. Dit onder alle marktomstandigheden, dus ook in tijden van zeer lage prijzen en overschotten.
Waarom PRN?
Diverse partijen hebben belang bij PRN: gemeenten, het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM), de papierverwerkende industrie, maar ook het bedrijfsleven.
Allereerst is oudpapier een belangrijke secundaire grondstof voor het maken van nieuw papier en karton. Vraag en aanbod bepalen in belangrijke mate de prijs.
Grote schommelingen hierin zijn daarom niet wenselijk; continuïteit en stabiliteit is voor alle betrokken partijen van belang. Wanneer de (brongescheiden) inzameling van oudpapier inzakt – het gaat dan vooral om de inzameling van oudpapier vanuit huishoudens – komt deze veelal weer heel moeizaam op gang (bij economen bekend onder de term varkenscyclus).
De markt voor oudpapier is grillig, meestal heeft oudpapier een positieve economische waarde maar soms is het zelfs de ophaalkosten niet waard.
Gemeenten hebben in Nederland de wettelijke plicht om afval bij huishoudens in te zamelen, waaronder ook oudpapier. Door grote schommelingen in vraag en aanbod kenden gemeenten in het verleden, in de periode vóór de oprichting van PRN, dikwijls grote problemen met de afzet van het ingezamelde oudpapier en daarna weer met de inzameling ervan (ref.: varkenscyclus).
Ten tijde van de oprichting van PRN was in Nederland de doelstelling om 75 procent van het op de markt gebrachte papier te recyclen. Dit mede vanuit milieu- en duurzaamheidsperspectief.
Deze doelstelling werd op dat moment niet gehaald. Het ministerie van VROM (nu I&M) was er daarom destijds veel aan gelegen om deze doelstelling wel te behalen.
Daarbij geldt voor het Nederlandse bedrijfsleven producentenverantwoordelijkheid: producenten zijn verantwoordelijk voor de kosten van het inzamelen en herverwerken van (hun) producten in het afvalstadium.
PRN regelt dit voor uitgevers.
Door het bestaan van het PRN-systeem en goed functioneren ervan is geen sprake van een permanente wettelijke heffing op papier en toepassingen daarvan (niet zijnde verpakkingen).
Hoe werkt het PRN-systeem?
Om de brongescheiden inzameling en afzet van oudpapier te bevorderen en onder alle marktomstandigheden in stand te houden, zijn afspraken gemaakt (zelfregulering).
Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant, het zogeheten Papiervezelconvenant, een convenant tussen PRN en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
De staatssecretaris van I&M heeft het systeem algemeen verbindend verklaard, waarmee de financiering een wettelijk karakter heeft en ook geldt voor partijen die papieren en kartonnen producten op de Nederlandse markt afzetten (niet-verpakkingen), die niet via een branche-organisatie – zoals het NUV – bij PRN zijn aangesloten.
PRN is de collectieve uitvoeringsorganisatie van het convenant. Op dit moment is sprake van Papiervezelconvenant V met een looptijd van 1 januari 2015 t/m 31 december 2018.
De afspraken uit het Papiervezelconvenant komen samengevat op het volgende neer:
- Bij PRN aangesloten gemeenten worden in tijden dat de (internationale) oudpapierprijs zeer laag is, gecompenseerd voor een deel van de kosten die zij maken voor de inzameling van oudpapier (garantieprijs).
- Tevens geldt voor de bij PRN aangesloten gemeenten een afnamegarantie.
Het betreft hier de afname van al het ingezamelde oudpapier door de oudpapieronderneming, ook in tijden dat de verwerkingskosten hoger zijn dan de opbrengst van het oudpapier. - Het Papiervezelconvenant garandeert aangesloten gemeenten een afzetgarantieprijs (alleen niet-verpakkingen = 77 procent).
Dat wil zeggen dat als de internationale marktprijs voor oudpapier onder de som van de (standaard)verwerkingskosten en de afzetgarantieprijs zakt, PRN het verschil aan de aangesloten gemeenten vergoedt (tot maximaal 25 euro per 1.000 kg).In het laatste geval spreken we over een ketendeficit. Om te bepalen of sprake is van een ketendeficit, wordt periodiek de internationale marktprijs door het bestuur van Stichting Verwijderingsfonds (SVF), het financiële vehikel van PRN, vastgesteld.
De financiering van het PRN-systeem
Het PRN-systeem wordt tegen kostprijs uitgevoerd, waarbij feitelijk sprake is van een aan/uit-systeem. Dat wil zeggen dat er niet meer geheven wordt dan strikt noodzakelijk en alleen op die momenten indien nodig.Er is dus geen sprake van een permanente heffing, wat in veel omringende landen wel het geval is en vanaf 2008 in Nederland ook voor verpakkingen.
PRN kent een zogeheten Afvalbeheersbijdrage. Deze bijdrage wordt geheven in twee situaties.
Enerzijds is sprake van een heffing in geval van een deficit situatie. Dit doet zich voor op het moment dat de periodiek (1 x per kwartaal) vastgestelde internationale oudpapierprijs onder het niveau zakt van de som van de standaardverwerkingskosten en de afzetgaranties prijs.
In 2009 was voor het laatst sprake van een dergelijke heffing, toen er gedurende één kwartaal een ketendeficit was.
Anderzijds kan sprake zijn van een afvalbeheersbijdrage voor de systeemkosten van PRN. Eenmaal per convenantperiode krijgen ‘eerste ontvangers’ (waaronder uitgevers) te maken met de afvalbeheersbijdrage.
Deze heffing heeft betrekking op de operationele kosten van PRN gedurende de convenantperiode. Deze heffing vindt doorgaans in twee aaneegesloten termijnen plaats.
Een eerste ontvanger ‘is elke ondernemer die in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland nieuw papier en karton (niet zijnde verpakkingen), uit binnen- of buitenland afneemt, dat door hem bewerkt of onbewerkt op de Nederlandse markt wordt afgezet’.
Naast uitgeverijen zijn dit bijvoorbeeld grafische ondernemingen, papiergroothandels, fabrikanten van displaymaterialen, behangpapierfabrikanten, fabrikanten van hygiënische papierproducten, auto-importeurs, fabrikanten van kantoor- en schoolartikelen.
PRN monitort periodiek de tonnages papier en karton en producten hiervan die op de Nederlandse markt worden afgezet. De betreffende bedrijven dienen hiertoe per kwartaal een opgave te verschaffen aan PRN.
De heffing van de afvalbeheersbijdrage is gebaseerd op de gegevens van deze monitoring. Deze monitoring is tevens noodzakelijk ter vaststelling van de jaarlijkse recyclingpercentages en het voldoen aan de producentenverantwoordelijkheid. PRN rapport in juli van elk jaar aan I&M.
Uitgevers kunnen op verschillende manieren met de heffing te maken krijgen:
- Vanuit PRN rechtstreeks (op basis van de monitoringgegevens, het betreft eigen papierinkoop en import van in het buitenland gedrukte producten, onder aftrek van exporthoeveelheden).
- Via de papiergroothandel (bij eigen inkoop via de papiergroothandel).
- Via de in Nederland gevestigde drukkerij, waarmee wordt samengewerkt.